Thomas' zeldzame ziekte hangt als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd. De minste bloeding kan hem fataal worden en de ziekte heeft hem volledig uitgeput.
In zijn nood schakelt hij de hulp van zijn jongere homoseksuele broer Luc in. Ondanks hun gebrekkige relatie zorgt Luc voor hem als een zorgzame vader, een intieme vriend, een verliefde bijna.
Thomas vraagt Luc om met hem naar hun ouderlijk vakantiehuis te gaan aan zee om daar de dood af te wachten.
Met een brutaliteit, somberheid en een tegelijk nauwelijks te bevatten lichtheid worden de complexe gevoelens tussen twee broers geëvoceerd. Son Frère is een kroniek over weggesmeulde verlangens en verkilde lichamen die zich beetje bij beetje aan elkaar weten te verwarmen.